Museum Volkenkunde

Leiden

1993 - 2001

Volkenkunde 04
Leiden

Op basis van het in 1993 verrichte vooronderzoek naar de mogelijkheden tot een adequate huisvesting van het Rijksmuseum voor Volkenkunde en een ruimtelijke en technische kwaliteitsverbetering van het bestaande gebouwencomplex is besloten tot een ingrijpende renovatie van gebouwen en terrein.

De permanente tentoonstelling en de tijdelijke tentoonstellingen zijn ondergebracht in het voormalige Academisch Ziekenhuisgebouw (architect H.F.G.N. Camp) en de buitenexpositie in de museumtuin. In samenhang met de tentoonstellingen functioneren het informatiecentrum, de bibliotheek, de filmzaal en het auditorium, allen goed zichtbaar en direct ontsloten vanuit het hart van het tentoonstellingsgebouw. Als service aan de bezoeker zijn een café en een winkel met de kaartverkoop toegevoegd aan het tentoonstellingsgebouw. Aanvankelijk waren deze functies gedeeltelijk buiten het gebouw voorzien in respectievelijk de voormalige ziekenbarak in de tuin en in het voormalige politieposthuis bij de toegangspoort. De drempelverlagende rol van de beeldentuin, die iets zichtbaar dient te maken van wat zich binnen de muren van het museum bevindt, is tot op heden nog niet gerealiseerd, hetgeen bovengenoemde functies niet levensvatbaar heeft gemaakt.

De ondersteunende personeelsfaciliteiten zijn gerealiseerd in het voormalige gebouw voor Pathologische Anatomie (architect J. Lokhorst), waarvan het in W.O. II verloren gegane oostelijke deel bij de renovatie weer is teruggebracht. Deze keuze voor een gespreide organisatie heeft als voordeel dat de verschillende gebouwen zich ten opzichte van elkaar functioneel kunnen onderscheiden. Tevens komt dit de flexibiliteit in het gebruik ten goede. Zo heeft de spreiding de mogelijkheid geboden om in de nabije toekomst te kunnen voldoen aan het uitgangspunt om in de opbouw van het plangebied het terrein als museumpark tot een bindend element te maken voor zowel bezoekers als gebruikers.

In het tentoonstellingsgebouw zijn de publieksruimten ondergebracht op de bel-etage, de eerste verdieping en een deel van het souterrain (auditorium met foyer en snelbuffet). De tweede verdieping en de rest van het souterrain zijn bestemd voor het collectiebeheer en de installaties. Constructief is de vervanging van alle vloeren en wanden door een betonnen skelet de grootste ingreep geweest. Dit heeft de bruikbaarheid van het gebouw sterk verhoogd en tevens het organiserende principe vastgelegd van galerijen voor de dynamische en zalen voor de statische presentaties. Ook temperen de kolossale constructieve betonnen wanden aan de zuidzijde de voor de collectie schadelijke zon-aanvallen.

Volkenkunde 01
Volkenkunde 05
LOCATIE STEENSTRAAT, LEIDEN
OPDRACHTGEVER RIJKSGEBOUWENDIENST DIRECTIE ZUID-WEST
PERIODE1993-2001
STATUS GEREALISEERD
PROGRAMMAMUSEUM
OMVANG 15.540 M²
ARCHITECTUUR OD 205
PROJECTARCHITECTENMARTIEN JANSEN
ROY LIM
MEDEWERKENDE ARCHITECTENJOS RAMAKERS
PIETER SEGERS
PROJECTLEIDERJAN HEIN SCHOUW
CONSTRUCTIE VAN DE LAAR
INSTALLATIES TECHNICAL MANAGEMENT
BOUWFYSICA NELISSEN
LANDSCHAP ANK BLEEKER & ANNEKE NAUTA LANDSCHAPSARCHITECTEN
INTERIEUROPERA
Volkenkunde 02